Hoogbegaafde leerlingen hebben net als alle kinderen behoefte aan een goede relatie met hun leerkracht. Maar wanneer spreek je van een goede relatie tussen leerling en leerkracht?
Als je een leerling het gevoel of de overtuiging kunt geven dat je erop gericht bent je hem/haar helpen, te ondersteunen, zijn/haar grenzen en auonomie respecteert, oog hebt voor zijn/haar behoeften en dat hem/haar accepteert voor wie hij/zij is kun je zeggen dat de relatie goed is.
Dit gevoel of deze overtuiging is bij hoogbegaafde leerlingen echter vrij kwetsbaar. Zij zijn gevoeliger voor inconsistenties, merken subtiele signalen vaak beter op en hebben vaak al een geschiedenis van afwijzing, buitensluiting en/of spot, waardoor ze meer gespitst zijn op bedreigingen. Hierdoor kan de relatie gemakkelijk onder druk komen te staan. Je kunt het als leerkracht gemakkelijker ‘verpesten’ bij een hoogbegaafde leerling als je niet voldoende authentiek en integer bent.
Omdat dit te voorkomen is het goed om je van een aantal zaken bewust te zijn:
Consistentie
Hoogbegaafde kinderen hebben er vaak een hekel aan als dingen niet logisch consistent zijn. Dus als je leerlingen bijvoorbeeld opdraagt hun laatje netjes te houden, terwijl je eigen bureau of kast een puinhoop is. Of als je boos roept dat ze aardig tegen elkaar moeten doen. Hoogbegaafde leerlingen zien je dan gemakkelijk als onrechtvaardig of hypocriet.
Congruentie
Hoogbegaafde leerlingen merken inconcgruenties in je communicatie snel op. Ze hebben het door als hun verhaal je eigenlijk niet boeit, terwijl je zegt dat je het erg interessant vindt. Ze vinden het verwarrend als je met een boze toon aardige dingen zegt, of andersom. Dit maakt ze onzeker en wantrouwig.
Openheid en transparantie
In lijn hiermee hebben hoogbegaafde leerlingen een grote behoefte aan openheid en transparantie. Hoogbegaafde kinderen willen dingen snappen. Dus als je boos bent, verberg het dan niet, maar spreek het uit. Leg uit waarom je boos bent en dan vooral ook wat er in jóúw hoofd gebeurt waarom je boos bent geworden door een bepaalde situatie (dus geen jij-bakken).
Autoriteit
Voor veel hoogbegaafde leerlingen heb jij als leerkracht niet automatisch autoriteit. Als je heel consistent van grote waarde voor ze bent en als je maar sporadisch op je strepen staat, zullen ze heus meestal wel iets op gezag van je aannemen. Maar ze zijn over het algemeen veel gevoeliger voor de autoriteit van feiten en deugdelijke argumenten. Als je logisch kunt redeneren waarom je bepaalde dingen zegt of bepaalde beslissingen neemt, krijg je ze veel gemakkelijker mee.
Natuurlijk laat je weleens steken vallen – leerkrachten zijn immers net mensen – maar als je ook híér open en transparant over bent, zullen hoogbegaafde leerlingen je erg waarderen, zullen ze beter presteren en krijg je veel bij ze gedaan.